De school heeft aandacht en zorg voor leerlingen die vaak of langdurig afwezig zijn na ziekmelding. Daarom hebben we het ziekteverzuimbeleid volgens de methode M@ZL (spreek uit “Mazzel”) in het schoolreglement opgenomen. M@ZL staat voor Medische Advisering van de Ziek gemelde Leerling. Wanneer de school zelf structureel aandacht besteedt aan de ziek gemelde leerling en, indien nodig of gewenst, de jeugdarts consulteert, kan de kwaliteit van zorg geoptimaliseerd worden.
Bij het ziekteverzuimbeleid volgens de methode M@ZL werken drie partijen nauw samen:
De school
Een jeugdarts
De leerplichtambtenaar
De jeugdarts en de leerplichtambtenaar zijn beiden lid van het zorgteam van onze school.
In het geval van ziekte vragen ouders aan school vrijstelling voor het volgen van het lesprogramma voor hun zoon of dochter. Bij langdurig ziekteverzuim (vanaf de zevende schooldag aaneengesloten ziek) of frequent (elke vierde ziekmelding in 12 schoolweken) gaat de school in gesprek met leerling en ouders en laat zij zich zo nodig adviseren door de jeugdarts. We vinden het belangrijk dat de leerling weer zo snel en zo goed mogelijk aan het lesprogramma kan deelnemen.
De leerling en ouders worden uitgenodigd voor een gesprek op school (met de mentor / zorgcoördinator). Zij ontvangen hiervoor een brief of worden hiertoe telefonisch uitgenodigd, waaraan toegevoegd een overzicht uit het aanwezigheidsregistratiesysteem van de leerling. Naar aanleiding van dit gesprek kan een uitnodiging volgen voor een consult bij de jeugdarts.
De jeugdarts bespreekt de gezondheidsklachten en oorzaken van het ziekteverzuim, onderzoekt de leerling zo nodig en bespreekt samen met leerling en ouder(s) de gewenste zorg. De jeugdarts adviseert over deelname aan het lesprogramma en biedt handvatten aan leerling, ouders en school voor het optimaliseren van deze deelname. Het gesprek met de jeugdarts is vertrouwelijk. In verband met het medische beroepsgeheim koppelt de jeugdarts inhoudelijke informatie alleen met toestemming van leerling en ouder(s) terug aan school.
De leerplichtambtenaar houdt toezicht op ongeoorloofd schoolverzuim, vanuit zijn verantwoordelijkheid de leerplichtwet te handhaven.
Wanneer u vragen of zorgen heeft over het ziekteverzuim van uw kind, neemt u dan gerust contact op met de GGD Limburg-Noord, met vermelding van naam en geboortedatum van uw kind per mail aan: dagverpleegkundige@vrln.nl
Onze school heeft drie counselors voor leerlingen. Na overleg met de mentor en u als ouders/verzorgers kan de counselor kortdurend ondersteunen bij bij o.a. klachten over lusteloosheid, spanningsklachten, negatief zelfbeeld, faalangst, rouw- en verliesverwerking en bv. eetproblemen. Onze counselors ondersteunen en begeleiden bij deze sociaal-emotionele vraagstukken die ook belemmerend kunnen zijn voor de studie van de leerlingen. Leerlingen die ouder zijn dan 16 jaar kunnen een gesprek met een counselor voeren, zonder toestemming van de ouders/verzorgers.
Onze counselors zijn:
Ellis Tonglet etonglet@mdw.broekhin.nl
Ahmet Avci aavci@mdw.broekhin.nl
BC Broekhin heeft een beleidsplan op grond waarvan leerlingen met een dyslexieverklaring aanspraak kunnen maken op extra zorg. Deze leerlingen hebben recht op extra faciliteiten zoals:
extra tijd bij toetsen en examens;
toetsen in standaard vergroot lettertype;
coulant beoordelen van spellingfouten bij Nederlands en de Moderne Vreemde Talen (zo nodig mondeling toetsen);
geen onverwachte leesbeurten;
gebruik maken van ondersteunende hulpmiddelen (laptop, met en zonder voorleesfunctie; luisterboeken);
dispensatie Moderne Vreemde Taal (uitsluitend mogelijk op het vmbo).
De dyslexiecoördinator, mevrouw Ricarda Koonen, is voor de dyslectische leerlingen gemakkelijk bereikbaar via mail (rkoonen@mdw.broekhin.nl) wanneer zij met een probleem rond hun dyslexie geconfronteerd worden. Zo nodig maakt mevrouw Koonen op korte termijn een afspraak met de leerling(en) om na te gaan waarin - en in hoeverre - zij ondersteuning kan bieden. Via de dyslexiecoördinator krijgen leerlingcoördinatoren, mentoren en vakdocenten informatie over de dyslectische leerlingen. Zij is, ook voor ouders, het eerste aanspreekpunt betreffende dyslexie op BC Broekhin.
De regels rond extra tijd bij toetsen - voor dyslectische leerlingen - zijn vastgelegd in het toetsbeleid. Tijdens toetsweken of bij een proefwerk van 45, 90 of 135 minuten krijgen dyslectische leerlingen extra tijd van respectievelijk 10, 20 of 30 minuten. Tijdens reguliere proefwerken lukt het roostertechnisch niet om extra tijd te geven. Dyslectische leerlingen krijgen dan proefwerken van maximaal 30-35 minuten aangeboden, zodat zij in de les een extra tijd hebben van 10-15 minuten.
Er worden steeds meer verzoeken gedaan tot het toekennen van extra tijd bij toetsen. Het is mogelijk dat leerlingen in onze huidige maatschappij teveel (auditieve) prikkels moeten verwerken die het effectief werken nadelig beïnvloeden. Vaak komt dit omdat er bovendien sprake is van bijvoorbeeld AD(H)D, een vorm van autisme of een taalverwerkingsprobleem (dyslexie). Het is voor de dyslexiecoördinator niet zonder meer mogelijk om extra tijd toe te kennen; dat kan alleen op grond van een officiële verklaring. In dat geval zullen de ouders / verzorgers, via een extern bureau, een onderzoek moeten laten doen naar de mogelijke oorzaak.
Conform het Centraal Schriftelijk Examen wordt toetsen in het lettertype ARIAL 11 of 12 met regelafstand 1½ aangeboden aan dyslectische leerlingen. Hierdoor is het maken van vergrotingen (vaak A3 formaat) niet meer nodig.
Docenten houden in de beoordeling van toetsen met name bij Nederlands en de Moderne Vreemde Talen rekening met de spelfouten die een dyslectische leerling maakt. Soms kan overwogen worden om de toets nog eens mondeling af te nemen om een beter zicht te krijgen op de beheersing van de getoetste leerstof. Bij sommige leerlingen is het aan te bevelen een klassikale leesbeurt van te voren aan te kondigen en eventueel thuis te laten voorbereiden. Als de technische leesvaardigheid zwak is, kan hierdoor de frustratie voor een gedeelte weggenomen worden.
Inmiddels zijn er voor dyslectische leerlingen tal van hulpmiddelen op de markt in de vorm van compenserende software (www.Lexima.nl). De dyslexiecoördinator kan ouders hierin adviseren. Leerlingen kunnen tijdens de les en/of tijdens het maken van huiswerk over deze middelen beschikken. Ouders dienen dit zelf te bekostigen, maar kunnen de kosten mogelijk geheel of gedeeltelijk vergoed krijgen bij de belastingdienst of de ziektekosten-verzekeringsmaatschappij.
Sommige leerlingen met dyslexie of met een motorische beperking kunnen in de klas een chromebook of een tablet gebruiken. Hiervoor dient er een deskundigenverklaring (paramedisch) zijn afgegeven waarin dit geadviseerd wordt. Toetsen kunnen op een eigen chromebook (of tablet) gemaakt worden, óf de leerling werkt op een chromebook van school. Deze wordt door de docent gereserveerd in overleg met de leerling. Deze dient die voorafgaand aan het proefwerk in de mediatheek op te halen en na afloop van het proefwerk daar ook weer terug te brengen.
In Magister staan de namen van alle dyslectische leerlingen op een lijst die voor alle docenten is in te zien. Deze lijst wordt actueel gehouden. Het verdient aanbeveling als de dyslectische leerling bij een toets een D (van 'dyslexie') boven zijn antwoordvel zet.
Centraal Schriftelijk Examen
Op het CSE wordt er standaard een extra tijd van 30 minuten aan de dyslectische leerlingen toegekend. Het gebruik van auditieve ondersteuning (Facet) is mogelijk, evenals het gebruik van een chromebook. Er wordt gestreefd naar maatwerk.
Signalen van de mogelijke aanwezigheid van taalproblemen worden door de dyslexiecoördinator opgepakt. Ouders van de betreffende leerling dienen vervolgens zelf stappen dienen te ondernemen om voor hun kind (extern) een dyslexieverklaring te bemachtigen. De kosten die hieraan verbonden zijn, kunnen soms (geheel of gedeeltelijk) vergoed worden door de Zorgverzekeraar. Nadat de dyslexieverklaring is afgegeven, kan de leerling op Broekhin gefaciliteerd worden.
Contactgegevens dyslexiecoördinator:
Ricarda Koonen (rkoonen@mdw.broekhin.nl)
Iedereen die een examen moet doen zal zich min of meer gespannen voelen en zal wel eens wat piekeren over dit examen. Maar als dit piekeren heel sterk is en je remt in het presteren, dan kan er sprake zijn van examenvrees. Examenvrees hangt samen met gedachten en denkpatronen die een angstig gevoel veroorzaken.
Dit gepieker gaat meestal over:
het examen ('zeer moeilijk', 'zeer veel', 'veel te weinig tijd');
over jezelf ('ik kan het niet', 'ik raak geblokkeerd', 'ik vergeet het allemaal');
over de gevolgen van zakken ('het hele jaar mislukt', 'm'n studie gaat eraan', 'm'n ouders worden boos').
Voor examenleerlingen die dit herkennen biedt onze school een ExamenVreesTraining (EVT) aan. De training bestaat uit drie of vier bijeenkomsten, waarin o.a. het volgende aan de orde komt:
Ademhaling onder controle zorgt voor rust in het lijf / ontspanning is een voorwaarde voor concentratie;
Je denken de baas worden en zo rustig worden om je kennis op papier te kunnen krijgen;
Een goede voorbereiding is het halve werk.
Aanmelding gebeurt via/door de mentor.
De training wordt gegeven door de counselor.
In kleine groepen wordt gewerkt aan het verminderen van cognitieve faalangst; dit is faalangst die te maken heeft met leren en/of kennen. Bij cognitieve faalangst hebben de leerlingen goed geleerd, maar krijgen ze die kennis niet op papier door bijvoorbeeld een black-out tijdens een toets, een presentatie of een spreekbeurt.
Veel leerlingen zijn bang om bij een belangrijke taak te falen. Deze angst om te falen stimuleert de ene leerling tot beter presteren, maar werkt bij de ander verlammend. Zij hebben hoofdpijn, buikpijn, of hartkloppingen; kortom, stress. Als je faalangst hebt, presteer je onder je kunnen, je mogelijkheden. Je bent bij elke taak vooraf bang die niet tot een goed einde te kunnen brengen. gelukkig kan er wat aan gedaan worden. daarom biedt onze school de frt (faalangstreductietraining) oftewel "hoe om te gaan met faalangst" aan.
De faalangstreductietraining bestaat uit 7 of 8 bijeenkomsten waarbij we onder andere ingaan op:
Wat is faalangst en hoe uit zich die bij jou?
Ademhaling onder controle krijgen zorgt voor rust in het lijf!
Positief denken middels de 4G.
Een goede voorbereiding is het halve werk.
Hoe "anker" ik het geleerde tijdens deze training?
Aanmelding gebeurt via/door de mentor; toestemming van de ouders is verplicht. De training wordt gegeven door onze counselor.
Het algemene uitgangspunt van ondersteuning op onze school is dat ondersteuning ertoe bijdraagt dat de leerling zijn persoonlijk onderwijsperspectief bereikt en zijn competenties ontwikkelt voor de periode na het voortgezet onderwijs.
Soms heeft een leerling meer (tijdelijke) ondersteuning nodig om succesvol de school te doorlopen. Heeft u zorgen, bespreek dit dan altijd met de mentor. De mentor zal samen met u als ouder/verzorger bekijken of er vanuit het (vakdocenten)team een aanbod voor uw zoon/dochter mogelijk is. Aanvullend zijn er mogelijkheden vanuit de afdeling Ondersteuning. Als uw zoon/dochter hiervoor in aanmerking komt, wordt u als ouder/verzorger betrokken.
Het ondersteuningsteam bestaat uit:
Zorgcoördinator:
Diana Mennen d.mennen@mdw.broekhin.nl
Orthopedagoog:
Anne Vervuurt a.vervuurt@mdw.broekhin.nl
Counselors:
Ellis Tonglet etonglet@mdw.broekhin.nl
Katty Coduti k.coduti@mdw.broekhin.nl
Intercultureel counselor:
Ahmet Avci aavci@mdw.broekhin.nl
Ambulant begeleiders: Gedrag:
Jamie Pieroelie j.pieroelie@mdw.broekhin.nl
André Parren a.parren@mdw.broekhin.nl
Langdurig zieke leerlingen:
Maren Hendriks m.hendriks2@adelante-zorggroep.nl
Anti-Pestcoördinator:
Cynthia Peeters c.peeters@mdw.broekhin.nl
Vertrouwenspersoon leerlingen:
Bora Özdemir b.ozdemir@mdw.broekhin.nl
Simone Jacobs sjacobs@mdw.broekhin.nl
De meeste kinderen kunnen de lessen op school goed volgen. Maar niet ieder kind is hetzelfde. Soms is extra hulp nodig of moet een kind extra oefenen. Of heeft een kind andere uitleg of lesstof nodig. Het kan ook zijn dat het onderwijs op een andere, speciale school, beter past. Er zijn kinderen die een aangepast programma nodig hebben. Een kind krijgt dan passend onderwijs.
Passend onderwijs is niets anders dan goed onderwijs. Het moet ervoor zorgen dat elk kind het beste uit zichzelf haalt. Scholen kijken daarom naar de onderwijsbehoeften van leerlingen en bieden ondersteuning waar nodig. Dit alles zodat alle jongeren zo dicht mogelijk bij huis onderwijs kunnen volgen. Scholen die deel uitmaken van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Midden-Limburg hebben zich verplicht om op alle mogelijke manieren samen te werken, zodat leerlingen goed ondersteund kunnen worden. Dat doen ze door gebruik te maken van de kennis van alle partners binnen het samenwerkingsverband.
Welke ondersteuning de school kan bieden, staat in het schoolondersteuningsplan. In het Ondersteuningsplan 2019-2023 van het samenwerkingsverband staat welke ondersteuning in de regio wordt geboden. Op de site voor ouders, verzorgers en jeugd staan links naar extra informatie, naar onder meer deze brochure.
Het kan zijn dat u er met de school niet uitkomt en dat een verschil van mening blijft bestaan. In dat geval kunt u contact opnemen met het ouder- en jeugdsteunpunt. Een onafhankelijk persoon praat dan met u en denkt met u mee. Deze persoon is er om u als ouder te helpen. Wilt u liever iemand spreken van het samenwerkingsverband, dan kunt u hier terecht:
Bezoekadres: Jagerstraat 2 6042 KA Roermond, Tel.: 06 39 84 18 55 / email: info@swvvomiddenlimburg.nl
Als ook het samenwerkingsverband niet kan helpen, kunt u terecht bij de onderwijsconsulenten met de vraag om mee te denken wat een passende oplossing zou zijn. Meer informatie vindt u hier.
Het bestuur van SOML maakt samen met 11 andere besturen deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 31.02 (SWV). De regio van dit SWV valt samen met het voedingsgebied van SOML-scholen.
Het SWV stelt zich ten doel: alle leerlingen een passend onderwijstraject te bieden. Scholen die deel uitmaken van het SWV hebben zich verplicht op alle mogelijke manieren, maar vooral door gebruik te maken van de rijke expertise van de partners binnen het samenwerkingsverband, eraan te werken dat zoveel mogelijk leerlingen in het regulier onderwijs goed ondersteund kunnen worden.
Indicator voor het welslagen van passend onderwijs: leerlingen realiseren hun ontwikkelperspectief, waaronder wordt verstaan: in elk geval een diploma op het tevoren ingeschatte niveau, maar ook: leren leren, ambities kunnen realiseren en zich kunnen ontwikkelen als persoon.
Scholen geven door middel van zelfevaluaties inzage in elkaars resultaten op basis van deze indicator, en delen hun professionaliteit om verdere stappen naar het steeds beter bereiken van de doelen te kunnen zetten.
De vier scholengemeenschappen van SOML zijn vertegenwoordigd in het algemeen bestuur van het SWV (dhr. M. Demandt, dhr. Ton Houben en dhr. Jan Fasen) en in het dagelijks bestuur (dhr. Albert Nuss).
Het beleid van het SWV wordt vastgelegd in een ondersteuningsplan, waarin ook de verdeling van middelen over de scholen deel uitmaakt. Op het niveau van het SWV functioneert een ondersteuningsplanraad, die instemmingsrecht heeft m.b.t. het ondersteuningsplan.
Dhr. J. Graus (personeel)
Dhr. P. Salden (personeel)
Dhr. P. Reijnders (ouder)
Verdere informatie over het samenwerkingsverband vindt U op www.swvvomiddenlimburg.nl.
Klik HIER voor het schoolondersteuningsprofiel.
© BC Broekhin | Design and creation by Appart | Algemene voorwaarden